A van Asperge

Geplaatst op

Hoe Nederlands is de asperge? Hoe Limburgs is de asperge? Op deze beide vragen is niet eenduidig  antwoord te geven. In 2012 werden er in Haarlem aspergezaden uit de 17de eeuw gevonden, bewijs dat de aspergeteelt destijds ook in Nederland beoefend werd.

Immers, voor aspergeteelt zijn ook vrouwelijke planten – voor het zaad nodig -, voor de handel en de keuken worden uitsluitend mannelijke planten gehouden; immers, deze leveren de dikste en sappigste asperges en die wil de consument nuttigen. De langste asperge ooit gemeten werd 3,11 m lang. Al bij de Romeinen stond de asperge in hoog aanzien en zij hebben de asperge mee naar Nederland genomen. In 2006 werd bij Woerden een bronzen groenig Romeins aspergesteekmes gevonden, bewijs dat er in de Romeinse tijd hier ook al groene asperges geteeld werden (of iemand zou zo’n mes uit het Mediterrane gebied hier mee naar toe genomen moeten hebben als statussymbool of als siervoorwerp). Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk verdween ook de aspergeteelt hier voor zo’n 1000 jaar. In de Gouden Eeuw kwam de asperge weer terug op onze dis. Ze werd voornamelijk in de geestgronden achter de duinen langs de kust geteeld en door vrouwen aan de deur verkocht die te voet heen en weer liepen van de kust naar de grote steden.

Vanwege zijn afrodisiacale en liefdesopwekkende kwaliteiten werd de asperge al snel de Koningin der Groente genoemd, maar die naam is dus fout. Het zou de Koning der Groenten moeten zijn. Liebesspitzen of Points d’amour kan dan wel weer. Ook keizerin Sisi werd bij haar verblijf in Amsterdam in 1885 de asperge voorgeschoteld. Ze moest destijds aansterken en vooral veel kinderen baren.

Na de Tweede Wereldoorlog besloot de Nederlandse regering om de aspergeteelt van het kustgebied naar de zandgronden van Noord-Limburg te verplaatsen, om arbeidsplaatsen te creëren, vooral bij katholieke families met veel kinderen. Het kustgebied werd vanaf dan benut voor de tulpensector. De komst van de asperge zou dus door de welvaart nog meer kinderen op gaan leveren.

Uit die tijd stamt ook het idee dat asperge een groente was die uitsluitend door de hogere klassen gegeten werd. Gelukkig hebben we nog dominee G.D.J. Schotel (begin vorige eeuw over het huisgezin in 17de eeuw) die schrijft: “Tot de lekkernijen voor zowel de rijken als de armen behoren gestoofde tulpenbollen, kliswortels en asperges. Hutspot met asperges, heerlijk!!”

Asperges groeiden in rijen langs greppels met koeienmest of “Poort-Aerde, dat is menschen-drek” (ook wel drekspecie genaamd), en de uitlopers werden bedekt met aarde “negen duym of een voet hoog”, aldus de Verstandige hovenier (1696). De Verstandige Kock (1668) heeft een recept voor asperges dat ons bekend voorkomt: “Aspergies worden slechts ghekoockt, niet al te murruw (zacht), en dan gegeten met Olie, Azijn en Peper, of anders met gesmolten Boter en geraspte Notemuskaten.”

In de Gouden Eeuw won de dikkere, witte asperge aan populariteit als delicatesse en in Engeland was een uit Nederland afkomstige cultivar met paarse toppen (in het Engels bekend als ‘Violet Dutch’) een groot succes.

Maar we weten nog lang niet alles van de asperge. Het vreemde schijnt namelijk te zijn dat slechts 45% van de mensen urine produceert na het eten van asperges die naar zwavel ruikt. Andersom kan 75% de zwavelgeur bij andere mensen niet ruiken. Het blijkt om twee verschillende genen van het menselijk lichaam te gaan: de mogelijkheid om aspergegeur in de urine te produceren en de mogelijkheid om dit te ruiken. Er zijn zelfs gevallen gemeld van vrouwen die geregeld asperges aten, maar nooit stinkplas produceerden – totdat ze asperges aten tijdens de zwangerschap. Via de placenta van de baby door de man doorgegeven.

Hoe valt dit evolutionair te verklaren, wat hebben we hier aan? Is het nog een overblijfsel uit de tijd dat we dicht bij vulkanen woonden en door de mogelijkheid zwavel te kunnen ruiken tijdig gealarmeerd werden als vulkaanerupties met giftige dampen zich aankondigden?

Kortom, asperge een mannelijke groente, die de liefde tussen man en vrouw stimuleert, door de fallusachtige vorm van het kopje van de asperge en de seksuele prikkeling van de aspergegeur in de urine op de ander. Verder beschikt de asperge over de smaak umami, en die hartige smaak schijnt ook (net zoals bij oesters en coquilles) wellust op te wekken, reden waarom de door Nederlanders meegebrachte asperges naar Japan in de 18de eeuw bij deze ontdekkers van umami in goede aarde viel.

Rene Zanderink

René Zanderink is bioloog-journalist en al sinds 2002 bewaker van het Nederlands culinair erfgoed. Eerst als dierenexpert en later als groente- en granenspecialist van de Nationale Ark van de Smaak-commissie bezoekt hij al ruim 15 jaar producenten in alle uithoeken van Nederland. Hij is medebestuurslid van Stichting De Oerakker die middels de Oranje Lijst de nationale (agro)biodiversiteit stimuleert. Tevens organiseert hij culinaire reizen op het eiland Texel, langs de Vecht en op de Veluwe. Tot nu toe heeft hij drie kookboeken gepubliceerd: Liever Lokaal (samen met Annette van Ruitenburg, beste en meest duurzame kookboek van Nederland in 2015), De Nieuwe Keuken van de Veluwe en Van Kop tot kont (samen met chefkok Nel Schellekens). Dit jaar verschijnt het outdoor kookboek Ingepakt samen met Mr. Wateetons. Hij is medeoprichter van het Genootschap der Warme Stokers, dat valfruit en mislukte bierprobeersels verwerkt tot de meest excellente eaux de vie. René Zanderink: “Ik schrijf voor Dutch Cuisine omdat we weer trots moeten worden op onze Nederlandse keuken, hij heeft dan wel geen gouden randje zoals in de Gouden Eeuw maar is nog steeds onvergelijkbaar. Hier draag ik graag mijn steentje aan bij door erover te schrijven en te vertellen. Momenteel maak ik een studie van wat buitenlanders door de eeuwen heen van onze keuken vonden en kwam tot de conclusie dat er zo veel meer is dan stamppot, snert en pannenkoeken.”