Dutch Scheermes

Geplaatst op

Wanneer behoort iets tot de Nederlandse keuken, tot de Dutch cuisine? Na 100 jaar, na 200 jaar, een millennium? Bestaat er een regel voor?
Slow Food hanteert het criterium dat iets tot een nationale keuken behoort als het tot de ingeburgerde tradities behoort. In Nederland is gepasteuriseerde melk of kaas al meer dan 100 jaar een gewoonte, in Italië gruwt men daarvan. Kaas behoort daar rauwmelks te zijn. In Spanje gelooft men dat scheermessen of zwaardschedes tot onze cultuur behoren, althans ze worden ze aangeprezen. Loop op een mooie zondagochtend eens langs de Hollandse kust en 10:1 dat de vloedlijn bezaaid is met lege langwerpige scherpe schelpen, schelpen van de zwaardschede of scheermes, de Amerikaanse versie wel te verstaan. Aangespoeld in de jaren ’80 door schepen uit de VS die ze met hun ballastwater evenals de Amerikaanse rivierkreeften en vermoedelijk ook cranberries hier aanvoerden. In 1979 voor het eerst op Schiermonnikoog. Inmiddels zijn ze de talrijkste schelpensoort van Nederland. Onze inheemse zwaardscheden werden door hen verdreven, net zoals bij de rivierkreeften. Die Amerikaanse scheermessen (Ensis directus) leven op elkaars lip op de bodem vóór de kust tot 50 m diepte. Ze graven zich verticaal in. Als ze na een storm(vloed) massaal aanspoelen, hebben meeuwen, scholeksters en strandlopers een fantastisch feestmaal. Gelukkig liggen ze op het strand (meestal) plat, want als ze recht overeind zouden staan zou je je lelijk kunnen bezeren, ze heten niet voor niets zo. Ze hebben een korte maar zeer sterke spier waarmee ze zichzelf snel kunnen ingraven, soms wel binnen 15 seconden. Ze kunnen tot 16 cm lang worden. Aan de Nederlandse en Belgische kusten worden nog vier andere soorten gevonden. Ze zijn jaarrond verkrijgbaar.

De Zeeuwse firma Prins & Dingemanse (ja, die van de mosselen) vist mesheften in de zuidelijke Noordzee; de Harlingse firma Meromar Seafoods in het noordelijk deel. Ze worden uit de bodem opgezogen en dan door een uitgekiend verwerkingsproces zandvrij gemaakt. Mesheften kunnen als mosselen gekookt worden (3 minuten) of kort geroerbakt (1 minuut). En dan net als vongole over de pasta, met veel knoflook en kaas!! Echter, het merendeel van de gevangen scheermessen wordt geëxporteerd, voornamelijk naar Spanje waar ze als Navajas frescas op het menu staan, maar ook naar China, waar ze vanaf 2017 na 2 jaar onderhandelen naar toe gaan. Een bosje op de Noordermarkt in Amsterdam kost zo’n 12 euro. Bij culi’s staan ze in hoog aanzien, zo worden ze op de website Vers uit Parijs aangeboden voor 24,06 euro, dit zijn dan fantastische scheermessen uit Schotland. Snapt u het nog?

Ik vind dat ze tot de Dutch Cuisine behoren, immers, onze Deltadis verandert elke dag door de eb- en vloedbewegingen en als het lekker en voedzaam is, behoort het er zeker toe. Onze zee verandert blijkbaar sneller dan onze smaak!

Fotografie: Angelique Schmeinck.

Rene Zanderink

René Zanderink is bioloog-journalist en al sinds 2002 bewaker van het Nederlands culinair erfgoed. Eerst als dierenexpert en later als groente- en granenspecialist van de Nationale Ark van de Smaak-commissie bezoekt hij al ruim 15 jaar producenten in alle uithoeken van Nederland. Hij is medebestuurslid van Stichting De Oerakker die middels de Oranje Lijst de nationale (agro)biodiversiteit stimuleert. Tevens organiseert hij culinaire reizen op het eiland Texel, langs de Vecht en op de Veluwe. Tot nu toe heeft hij drie kookboeken gepubliceerd: Liever Lokaal (samen met Annette van Ruitenburg, beste en meest duurzame kookboek van Nederland in 2015), De Nieuwe Keuken van de Veluwe en Van Kop tot kont (samen met chefkok Nel Schellekens). Dit jaar verschijnt het outdoor kookboek Ingepakt samen met Mr. Wateetons. Hij is medeoprichter van het Genootschap der Warme Stokers, dat valfruit en mislukte bierprobeersels verwerkt tot de meest excellente eaux de vie. René Zanderink: “Ik schrijf voor Dutch Cuisine omdat we weer trots moeten worden op onze Nederlandse keuken, hij heeft dan wel geen gouden randje zoals in de Gouden Eeuw maar is nog steeds onvergelijkbaar. Hier draag ik graag mijn steentje aan bij door erover te schrijven en te vertellen. Momenteel maak ik een studie van wat buitenlanders door de eeuwen heen van onze keuken vonden en kwam tot de conclusie dat er zo veel meer is dan stamppot, snert en pannenkoeken.”